Afscheid van Thieu

Afscheidsspeech in de Mariakerk te Hoogvliet

Lieve mensen, lieve Thieu,

Vrijdag 10 september om 17.20 uur 2010 is Thieu Driessen overleden in de hospice in Spijkenisse.

Vandaag 16 september, nemen we samen afscheid van Thieu. Zo’n acht jaar geleden ben ik Thieu tegen gekomen bij de yogales in Rotterdam. Langzaam zijn we elkaar nader gekomen.

Ik hoef niet te zeggen dat Thieu van mensen hield, kijk maar om je heen, zoveel lieve mensen. Thieu was aan het leren om lief te hebben, zijn hart te openen. Echt liefhebben echter begint bij jezelf, denk ik. Jezelf omarmen en accepteren zoals je bent, daar had hij nog wat moeite mee. Hij was zichzelf nog vaak aan het straffen voor van alles en nog wat. Een partner heeft zich daarom misschien niet aangediend in zijn leven. Ik weet het niet.

Thieu was bezig met opruimen. Letterlijk in zijn huis, hij vertelde mij dat hij wilde opruimen, weggooien, ordenen, maar ook figuurlijk in zijn hoofd, in zijn hart. Hij was zijn rommel aan het opruimen. Thieu was aan het leren ruimte te maken, los te laten. Hij was aan het verteren. Laat hij dan net maagkanker krijgen.

De afgelopen 7 weken heeft hij me vaak gevraagd: ‘Waarom? Waarom ik? Waarom nu? Wat heb ik verkeerd gedaan? Hoe had ik het anders moeten doen? Beter misschien? Daar is geen antwoord op denk ik. Dat is ook niet zo belangrijk.

We hebben het vaak over doodgaan gehad. Hoe is het om te sterven? Ga je ergens naartoe? Ben je bang? Wanneer zijn we klaar om te sterven? Misschien als je precies doet wat je wilt, wat je hart je ingeeft. Als je kunt zijn  in het hier en nu en belangeloos kunt geven en onvoorwaardelijk kunt liefhebben. Misschien als je voldoening, vervulling vindt in je leven elke dag, vandaag, nu, hier. Misschien ben je dan klaar, klaar om te leven, klaar om te werken, klaar om lief te hebben, klaar om te sterven. Laten we zacht zijn voor onszelf.

Ik vroeg Thieu om te kijken naar de mooie momenten in zijn leven om her te beleven, opdat het sterven zachter zou gaan, met een glimlach, maar hij wilde niet meer, hij lag te wachten op de dood. Hij kon geen kant meer op. Ik kon hem enkel ondersteunen door bij hem te zitten, te zijn, te delen en de pijn proberen wat te verzachten. Eenmaal in de hospice, zag ik berusting, kwetsbaarheid, overgave. ‘Ik geef mezelf nog een maand’, zei hij, het is een week geworden…

‘Ubuntu’ is een Zuid-Afrikaanse uitdrukking. Die betekent: ‘Ik ben omdat we zijn’.  Je kunt zijn omdat je anderen om je heen hebt en dus deel uitmaakt van een groter geheel. Het staat voor gastvrijheid en delen zonder dat daar iets tegenover hoeft te staan. Dat siert Thieu. Hij heeft het goed gedaan.

Misschien kun je de persoon naast je een hand geven en elkaar aankijken en tegen elkaar zeggen: ‘Jij bent bijzonder voor mij’. Wie ga jij vandaag helpen of laten weten hoe belangrijk hij of zij voor jou is?

Ik ben dankbaar dat ik Thieu heb mogen ontmoeten in mijn leven. Hij heeft mij veel gegeven. Hij heeft mij de kans gegeven om te kijken naar mijn weerstand ten opzichte van  de dood. Ik ben door hem gegroeid. Thieu is een bijzonder mens en ik draag hem in mijn hart. Dank je wel.

Anneke

Vrouwelijkheid

Het wordt tijd dat mijn vrouwelijke kant de ruimte krijgt. De intuïtie, de moeder, de sensuele vrouw, de verleidster. Die mannelijke kant heeft nu genoeg de overhand gehad. De rechter hersenhelft maakt overuren.
De denker, analyticus, de praktische kant, de pragmaticus, de oplossingsgerichte, de do-it-yourselfer.

Ik wil het niet allemaal meer zelf. Help me. Ik wil nu verzorgd worden, aangeraakt, geholpen. Het schuift van binnen. Ik ben toe aan zachtheid, mildheid, openheid en begrip. Ik ben toe aan liefde. Oh god, daar gaan we weer.

En ja ik ben bang en nee, ik weet niet wat er gebeurt. Overgave.

Het mooiste wat er gebeurt is dat ik me niet zo druk meer maak. Het allemaal niet meer zo serieus neem. Het zal wel, ik zie wel. Lukt het niet, ook goed, ik sta op, ik loop door, niet meer omkijken. Volgende keer beter, anders. Ik leer.

Het mooiste is dat ik eindelijk voel hoe het is om te spelen en te genieten, om los te laten, te laten gebeuren, om niet meer  te zoeken, om te zien. Om te zijn. Adem in met aandacht, adem uit met aandacht. Voel. Alles met aandacht in het hier en nu.

Alsof alle boeken die ik gelezen heb, alle therapie, alle opleidingen, alle kennis, alle ervaring, op zijn plaats valt.

Ik ga alles zeggen.

‘To be true, honest and dignified’.
‘Trots en respectvol omgaan met jezelf en anderen. Je nooit laten afbrengen van je innerlijk pad. Niet bang zijn, strijdvaardig, moedig’.

Yahoo!

19 lentes jong

Er heerst een stilzwijgend verlangen aan de voet van de bron,
om midden in de stad te zwemmen in het park,
te schreeuwen in de kerk en uitbundig te zingen.
Omdat ik de stilte wil doorbreken, maar ik durf-nog-niet.
Dus ik schrijf nog maar een wijsje of ik zing een rapsodie.
En toch zal ik eens een keertje,
als de zon schijnt en de lucht zo blauw als de zee kan zijn,
mijn bek opentrekken, zwaaien naar de vogels,
dansen op straat, lachen om de wereld en
nooit meer huilen om mijn zelf voortgebrachte verdriet.
Misschien moet ik me nog lang pijnlijk gekwetst voelen
omdat alles om jezelf draait.
Ik kan lachen als ik dat wil, of huilen,
als een computer, geprogrammeerd.
Zonneschijn, regenbui, marionet van de maatschappij.
Zinloos
en morgen, ach, dan trek ik aan de touwtjes
en speel hopeloos geval.

Kerkdienst

Een van de zes kaarsen mag ik aansteken, aan het begin van de rouwdienst, in de kerk voor Thieu. Mijn kaars brandt sinds donderdag, toen ik wist dat hij zijn lichaam aan het verlaten was.

Donderdag een week later mag de kaars uit als zijn lichaam wordt begraven.

Ik krijg vijf minuten spreektijd. Genoeg. Je kunt in vijf minuten heel veel en heel weinig zeggen. Wat zeggen woorden überhaupt als het hart bedrukt is en het gemoed vol?

Laten we zacht zijn voor elkaar, laten we vriendelijk zijn. Ik ben toe aan zachtheid, aan openheid, aan begrip. (ik hoor een echo) Houd me vast.

Ik heb een jurk, geen rok, nu nog de goede schoenen, morgen in Den Haag.
Met mijn zus stil zwijgen in het filmhuis, daar heb ik behoefte aan. Stilte.
Geen geschreeuw, de kinderen vanmorgen, mijn kop trekt het niet meer.
Het etentje met collega’s afgebeld. Ik zit er doorheen.

Nog even, een week, dan mag ik naar Raye, naar de stilte. Het zal weldadig zijn. Het vuur zal groot zijn. Groter, voor alle mensen die sterven elke dag,
zonder dat ze er klaar voor zijn, overrompeld, overmeesterd, aangedaan.
Voor de achterblijvers die met vragen blijven zitten, schuldgevoel, onmacht, pijn. De tranen.

‘Vlammen sterven, vlammen sterven’
‘Vlammen leven, vlammen leven’
‘Deze mens gaat aarden, aarden’
‘Ik verzamel al mijn krachten voor de zon’
‘Alle vrouwen, alle mannen, alle meisjes, alle jongens’
‘Alle krachten voor de zon’
(Haka, sjamanisme maori’s)

Verzengend vuur voor de hele wereld.
Als ik sterf wil ik op een bootje het water afdrijven, in de hens.
Stof gijt zij en tot stof zult gij wederkeren.

Medicijnwandeling

Wat vertelt de natuur mij?
Kijk, luister, voel.
Het leven ontwaakt.
Het waait.
Het ruizen van de wind.
Jezus was een visser,
hij liep zomaar over water.
Water om mijn zoute tranen te wassen.

Hoe ga ik nu loslaten?
Ik wilde het allemaal doen met hem:
Barcelona, Parijs, Zwetheul, Sluis…
Spelen en genieten.

‘Vrij met een ander’, zegt ze.
Laat je mooie lingerie niet ongebruikt in de kast liggen.
Zo zonde.

Vrij met een ander?
Voel, voel, voel.
You fool.

Hij is niet de ware.
Want de ware wil net zo versmelten
zoals jij wilt versmelten.
To be unified, without attachments.

Met de stroom mee.
Ik heb niet gezocht.
Ik ga niet zoeken.
Laat het.
Heb het goed.
Ik leef.

Moe

Zo moe. Alsof alle spanning opeens vrij is gekomen en zich een weg baant naar buiten. Ik mag ontspannen, loslaten, rouwen.

Pijn in mijn kop, mijn linkerschouder trekt naar boven. Ze wil weer in de oude stand, de beschermstand. Hart op slot zoals vroeger, veel veiliger, dan wordt je tenminste niet gekwetst. Oud patroon. Zo bekend. Maar het hart is aan het openen en ik ga niet meer op slot

De tekst die ik  ooit geschreven heb: aan de voet van de ….ligt een …..verlangen om te zwaaien naar, te zingen in,…. ik zal hem morgen opschrijven hier…

Zo moe. Nee ik ga me niet meer verstoppen. Ik ben wie ik ben. Ik wil me niet meer aanpassen. Ik was het bijna aan het doen bij jou, ik schrok ervan. Ik wil mezelf kunnen zijn. Niet een kloon, een afgeleide, een aanhangsel. Ik ga me niet meer inhouden. Ik zeg wat ik denk, wat ik voel. Kun je er niet tegen, jammer dan. Ik ben wel eerlijk.

Ik wied onkruid, ik kom tot rust, ik zit in de zon, ik bel me suf en deel. Ik heb je nodig, wil je komen, wil je luisteren, ik wil niet teveel alleen zijn, maar soms weer even wel. Het kost tijd, alles heeft tijd nodig. Dit moet inzinken. Rouwen kost tijd.

Ik leef. Onder de ellende voel ik vreugde. Diep van binnen ben ik blij, voel ik liefde. De aum was zwaar, het ging zo diep, dat kost ook tijd om in te zinken, zo’n ingrijpend proces. Zo’n reiniging. Zoveel gezweet, dat mijn huid nu zo zacht is als een perzik. Lekker glad. Zo zacht voel ik me ook van binnen, zacht en liefdevol, rustig.

Morgenmiddag ga ik een mooie rok kopen en pumps voor de begrafenis donderdag, passend bij mijn mooie Fred Perrry jasje. Ik zal ze laten zien dat Anneke er is. Haha in vol ornaat. Mijn vrouw wil naar buiten. Wil je mijn string zien? vraag ik aan mijn ex? En ik rits mijn broek open op het terras. Beetje plagen mag, toch?

Emoties

Emoties komen en gaan. Als ze er mogen zijn. Mijn verdriet mag er zijn.
In de auto op weg naar mijn oude huis voel ik de tranen branden.

Deur open, poes aaien, die voor lijk ligt in de zon tegen de schuifpui aan. Lieve, gekke, oude, dove poes, beetje kroelen, tot ze uithaalt, blaast, haha, er zit nog leven in het 20 jarige lijf.
Ik heb haar liefde moeten winnen, poes van mijn partner, ze viel me aan als ik op de bank ging zitten. Tot ik terug begon te meppen. Toen kwam er respect en uiteindelijk kroop mevrouw elke avond en het liefst ook elke ochtend effe lekker op schoot omdat het baasje haar niet aaide en ik wel, dus ik werd het nieuwe baasje. Twintig is oud voor een poes. Nooit ziek geweest, nooit kindjes gebaard. Lieve kleine gestreepte Cartouche.

‘Ze mist je, net als ik’, zegt hij. Ja ik weet het, ik ben onbetrouwbaar. Je ziet de twijfel in mijn ogen zeg je. Ja het zal wel, dat ben ik, eeuwig twijfelen. Hoe vaak ben ik al verhuisd, Kan het gras nog ergens anders groener zijn, zal ik ooit thuiskomen? Waar is mijn steiger, mijn aanleg plek, wie is de rots in de branding die me er onder houdt, die mij accepteert, mij vervult, mijn passie kan verdragen, mijn vrijheid, onbevangenheid, niet als bedreiging ziet. Ze vluchten. Nee sorry, nu even niet.

Ik houd van je omdat je zo vreselijk kan schreeuwen, ik houd van je omdat je onbevangen bent, ik groet de engel in jou, ik groet de godin van de dans in jou, cadeautjes tijdens de aum. Nee, ik huil niet met jou, te confronterend, dus huil ik alleen, des te harder, met iemand van de leiding achter me, dank je wel daarvoor.

Het doet zo’n pijn. Afscheid nemen. Ik ben in mijn oude huis. Ik haal mijn spullen op, beetje bij beetje. Ik heb geen nieuw huis, dus ik sla alles op in de kelder van mijn studio. Ik sorteer, het duurt eindeloos. Maar het gebeurt. Mijn oude huis, wat ons huis samen was, is mooi, licht, groot, ruim, tuin op het zuiden, studio boven, schuifpui met veranda, open haard, bubbelbad, kelder, zolder, zoveel liefde erin gestopt, zoveel verwachting. Ik doe de deur dicht. Het was fijn, we waren een mooi stel. Maar ik wil iets anders.

Ik doe de deur open en laat de tranen lopen. Diepe pijn schiet door mijn lijf. Ha ik rook weer, even. Ik kom thuis bij mezelf. Ha lieve meid daar ben je weer. Ik ben het gelukkigst als ik alleen ben. Liever toch alleen toch of?
Mijn lijf wil altijd weer een man.

Inpakken, dozen in de auto, ik heb honger, instant honger, albert heijn is gelukkig altijd open, ergens. In de zon in de tuin eet ik. Ik ben moe, ik ben verdrietig, rouw ik nou om de man die gestorven is of de man die mijn liefde niet kan ontvangen of allebei? Is het belangrijk?

Zo mooi:

Tom  Waits
San diego serenade

I never saw the morning till I stayed up all night,
I never saw the sunshine till you turned out the light
I never saw my hometown until I stayed away to long
I never heared the melody until I needed the song
I never saw the white line till I was leaving you behind
I never  knew I needed you untill I was caught up in a bad night
I never spoke I love you till I cursed you in vain
I never felt my heart strings till I nearly went insane
I never saw the east coast until I mooved to the west
I never saw the moonlight until it shone of your breast
I never saw you heart until someone tried to steal it away
I never saw your tears until they roll down your face.
I never saw the morning till I stayed up all night
I never saw the sunshine till you turned out your love light, baby
I never saw my home town until I stayed away too long
I never heard the melody till I needed the song

Ik val in slaap totdat de telefoon gaat en dan is opeens de liefde er weer, het geluk.
Zo fijn dat emoties komen en gaan. Dat ik intens verdrietig kan zijn en vervolgens weer gelukzalig in een pan sta te roeren. Ik mis je ja, ik heb verlangen ja, waarom wordt je verliefd op iemand, wat is liefde?  Waarom houd ik zo diep van iemand?
Ik dacht echte liefde bestaat niet, want ik had het nooit gevoeld. Maar dit was zo dichtbij, zo samen. Amen.

Loslaten

De hele dag honger en dorst, dus het was een goede AUM! Jezus wat ben ik moe, maar ook zo vreselijk wakker. Dus ik zet nog een pot thee en eet al het fruit en brood en…croissantje in de oven, was eigenlijk voor morgen met een eitje, kop koffie en krantje in de zon in mijn mooie herfsttuin …
Het lichaam gaat ontspannen, langzaam, het wachten op de dood is over. Gelukkig maar, wat is dat zwaar: wachten.

Net als wachten op onbeantwoorde liefde, jeetje wat is dat vermoeiend. Het heeft ook geen zin, maar het hart is zo verlangend. Ik zit naast mijn oude liefde vanavond, er is geen verlangen, er is comfort, herkenning, erkenning, nog een beetje oud zeer, kleine pesterijtjes, er is openheid en opheldering.

Onbeantwoorde liefde is afgewezen voelen, buitengesloten zijn. Aiai, oude pijn, mammie pijn. Ooit is alles daar begonnen, en ze zei nee, en ze zegt nog steeds nee. Oneindig stopwoordje, het maakt niet uit wat ik zeg, wat ik vraag, het antwoord is altijd nee, en dan komt haar verhaal. Ook al vertel ik de waarheid, kan ik het onderbouwen, het boek er bij slepen, de tekst, de schrijver, de tijd, de getuige, het maakt allemaal niets uit. Haar verhaal is altijd de waarheid. Ik voel me niet gehoord. Maar dat is mijn spiegel. Mijn pijn. Want waarom zou ik

Oh, mijn croissant brandt aan….

Wat maakt het eigenlijk uit als ze ja zegt, als ze luistert en knikt en instemt en voor het eerst in mijn leven vraagt: dochter, hoe is het met je? Mijn innerlijk kind wil getroost worden, gewiegd, omarmd, ik leer te vragen, dat maakt zoveel uit. Ik leer te delen, me kwetsbaar en open op te stellen. Ik durf de pijn te omarmen. Ik leer te ontvangen.

Wat maakt het eigenlijk uit onbeantwoorde liefde. Waarom wedden op een paard dat wegrent? Liever eentje die komt grazen in mijn groene gras. Wil je binnen komen?  Zeg dan ja.

Leven is leren loslaten.

doodgaan en overleven

Donderdag is de kerkdienst, aansluitend de begrafenis en daarna een bijeenkomst om te delen. Ik ben wel even uitgehuild nu, moe en een beetje leeg, wel rustig van binnen. De tranen waren er donderdag al omdat ik boos was, me buiten gesloten voelde, onmachtig omdat ik niet bij hem mocht, hoorde ik toen al van een vriend van hem dat hij aan het sterven was. En toen ik vrijdagmiddag hoorde dat ik wél mocht komen, heb ik de tijd die ik ‘s middags had aan hem gedacht, kaars aan, met mijn rozenkwarts in meditatie. ‘s Avonds in de aum geschreeuwd en zo diep gebruld dat niemand met me durfde delen. Zo moe en verdrietig naar huis, terwijl ik me meestal lekker licht en blij voel achteraf, nu even niet..

Vanmorgen zou ik komen, maar je bent gestorven, vrijdagmiddag om 17.20 uur 10 september 2010. Zo dichtbij, zo ver weg.

Ik ben dankbaar voor het hele proces, we hebben veel gedeeld, hij heeft me geleerd om naar de dood te kijken, ik ben door mijn weerstand gegaan. Mijn verhaal voor de begrafenis ligt klaar. Ik mag rouwen.
Morgen fijn in de tuin, de herfst begint zich te laten zien in de kleuren, de geuren, de spinnen en bedauwde webben, ik houd van de verandering.

Dank je wel lieve vrienden voor het delen, de steun en speciaal ook voor vanavond lieve vriend, dat je wilde luisteren, ondanks je eigen pijn, want ik wilde niet alleen zijn. Zo dichtbij, zo ver weg. En nu lekker sentimenteel, Gauloise, Jack D. en David Sylvian….het stille troosten van de nacht.

Sterven

Langzaam zal hij sterven, zacht zal hij sterven.
De morfinepomp staat open.
Hoelang kan zijn hart blijven kloppen, terwijl het ademhalingsysteem langzaam trager wordt…
Ik mag er niet bij zijn. Alleen voor familie.
Wat was ik kwaad vanmorgen, ik voel me buiten gesloten, wat kil, deur dicht.

Ik wil ook afscheid nemen. Alsof je familie belangrijker is dan je vrienden.
Het is hun keus om het zo te doen. Hij had het al gezegd er was weinig affectie vroeger.

Ik neem afscheid, lieve vriend, ik denk aan je, ik ben bij je, je lag te wachten op de dood, het is maar beter zo. Je wilde niet meer, je had geen zin meer, geen glimlach, geen verlangen meer. Ik heb mijn best gedaan, ik was er, ik kreeg weerstand en ik ben er doorheen gegaan. Het is goed zo. De laaste keer was je verward, je zag er anders uit, wat meer berusting. Je was moe, ik liet je slapen en de tranen lopen.

Ik heb zoveel gehuild vandaag. Nu brand ik een kaars, een roos uit de tuin staat ernaast, een rozenkwarts en een gebedsketting. Ik wacht totdat ik bericht krijg, totdat je dood bent, vandaag, morgen, overmorgen. Ik waak.